DSB heeft ondergang vooral aan zichzelf te wijten
Haar val heeft DSB vooral aan zichzelf te wijten, aldus het vanochtend gepresenteerde rapport Scheltema.
“Kern van de problematiek bij DSB”, aldus de commissie, “was gelegen in de eenzijdige en weinig professionele wijze waarop de bank werd geleid en het beleid werd vormgegeven. Haar verdienmodel was te commercieel en niet gericht op het belang van de klant. DSB Bank heeft ook niet voldoende oog gehad voor de eisen van prudent bancair beleid.” De Nederlandsche Bank (DNB) en in mindere mate de AFM hebben wel steken laten vallen, meent de commissie die naar aanleiding daarvan een aantal aanbevelingen doet. Echt ervan langs krijgen de toezichthouders echter niet. De commissie: “DNB heeft de gebreken in de bedrijfsvoering van DSB ten tijde van de vergunningverlening in 2005 onvoldoende onderkend. DNB was bij het lopende toezicht te weinig doortastend. De AFM heeft in het algemeen adequaat op DSB toegezien; wel had de AFM op gezette momenten slagvaardiger kunnen optreden.” De commissie meent onder meer dat er in de wetgeving “meer mogelijkheden moeten worden opgenomen om niet alleen de geschiktheid van individuele bestuurders te toetsen, maar ook de professionaliteit en evenwichtigheid van de organisatie als geheel. Ook in het toezicht zal de governance en de daarmee samenhangende cultuur van de bank een meer centrale positie moeten krijgen”.